Ballast voor platte daken

Het Autarco Matrix montagesysteem voor platte daken is een systeem dat vrij op het dak staat, zonder penetratie van de dakbedekking. Er wordt ballast toegepast zodat het systeem veilig op het dak staat en de weersinvloeden kan weerstaan. Op basis van je legplan en de gekozen instellingen berekent Helios de hoeveelheid ballast die per paneel-positie benodigd is. Daarvoor worden alle panelen in een installatiegebied verdeeld in velden, waarvoor de ballast apart wordt berekend.

Om tot het beste resultaat te komen, raden we aan om voor het installatiegebied exact de contouren van het gebouw te volgen waarop je de panelen gaat plaatsen. Op die manier worden de winddruk en randzones correct berekend.

Wanneer je een systeem ontwerpt op een plat dak, verschijnt de ballasttab in het menu na het plaatsen van de eerste panelen. Je kunt de volgende parameters instellen:

  • Randzone– deze wordt bepaald door de afmetingen van het gebouw. Panelen binnen een bepaalde afstand van het dak hebben extra ballast nodig in verband met de hogere winddruk. De randzone wordt weergegeven op je legplan wanneer de ballast tab actief is.
  • Basis windsnelheid – dit is de basis voor alle ballastberekeningen. In Nederland en België wordt de windsnelheid automatisch bepaald op basis van de locatie van je systeem.
  • Omgeving– hierin geeft je kenmerken aan van de locatie, op basis hiervan wordt de terreincategorie bepaald die wordt meegenomen in de berekeningen.
  • Type dakbedekking – selecteer het dakbedekkingsmateriaal. Dit is van invloed op de vereiste hoeveelheid ballast, aangezien verschillende materialen verschillende wrijvingscoëfficiënten hebben.
  • Tegel– selecteer de tegel die je gaat gebruiken bij installatie.

Het ballastplan wordt berekend op deze parameters en direct weergegeven op je legplan.

In het geval van een hoge winddruk op jouw installatie, kan een ballastplan zwaar uitvallen of zelfs helemaal niet mogelijk zijn. Er zijn in dit geval een aantal manieren om tot een oplossing te komen:

  • Ander gewicht tegel: een ballastbak kan maar een bepaald gewicht en aantal tegels bevatten. Bijvoorbeeld, als je op een positie 55kg aan ballast nodig hebt en er passen slechts 5 tegels op de ballastbak, dan kom je met tegels van 10kg niet uit. Pas het tegelgewicht aan naar 11kg en je komt wel tot een geldig ballastplan. Dit werkt ook de andere kant op, als je het tegelgewicht lager instelt, kun je uitkomen op een lichter ballastplan.
  • Plaats je panelen buiten de randzone: panelen die dicht op de dakrand liggen hebben extra ballast nodig, omdat de winddruk hier hoger is. Als je ballastplan te zwaar is, of helemaal niet mogelijk, probeer dan zoveel mogelijk om je panelen buiten de randzone te plaatsen.
  • Maak je legplan eenvoudiger: de onderlinge verbinding tussen panelen zorgt voor stevigheid in het montagesysteem, wat leidt tot minder ballast. Gefragmenteerde legplannen met enkele rijen, kleine velden en gaten in de velden hebben meer ballast nodig dan een eenvoudige rechthoek.

Wanneer je werkt aan het ballastplan zie je de benodigde hoeveelheid ballast direct weergegeven op het legplan. In de ballasttab in het menu vind je de volgende resultaten:

  • Aantal tegels – het totaal aantal tegels benodigd voor dit installatiegebied.
  • Aantal bakken – het totale aantal ballastbakken binnen dit installatiegebied.
  • Totaal gewicht – gecombineerd gewicht van de modules, het montagesysteem en de ballast.
  • Gemiddeld gewicht – gewicht in kg/m², voor de door de installatie ingenomen oppervlakte.
  • Maximale druk – de maximale druk onder de voeten van het montagesysteem.

Na het opslaan van het legplan, vind je meer informatie op de ballastplan pagina. Hier vind je drie tabellen met alle relevante informatie:

  • Ballastplan overzicht – informatie over gewichten en tegels per installatiegebied.
  • Details installatiegebied – de instellingen per gebied, zoals hoogte, dakbedekking en wind.
  • Ballastplan per veld – een meer gedetailleerde versie van de eerste tabel, waarin de informatie is uitgesplitst per veld.

Deze tabellen kunnen ook worden opgenomen in het systeemrapport, samen met een screenshot om de verschillende velden aan te geven.

Het ballastplan dat door Helios wordt opgesteld is alleen geldig bij een dakhelling van 2° of minder.

Tussen 2 en 5 graden is een speciaal ballastplan vereist of moet het montagesysteem worden bevestigd aan het dak middels dakankers. Neem contact op met ons sales team voor advies.

Het Matrix montagesysteem is niet geschikt voor toepassingen met een helling van meer dan 5 graden.

De berekeningen zijn gebaseerd op Eurocode EN-1991 1-4, NEN7250 en windtunneltests van onze montagesystemen.

Still need help? Please raise a case in Helios

How to Raise a Case